Vogelasiel Bergen
(Nieuw Bergen/Nu)Vogelasiel-Bergen (Ger Welbers)
Voorgeschiedenis Vogelasiel
Van vogelopvang tot asiel in Nieuw Bergen
Jeu en Ger Welbers (rechts) bekijken de verwondingen van een houtduif. „Die lag gisteren nog op zijn rug."
Zeg je op de oostelijke Maasoever vogelopvang, dan zeg je sinds jaar en dag Maria Reijnders in Gennep. Maar vlak de gebroeders Welbers in Nieuw Bergen ook niet uit. Zeker niet nu morgen officieel het Vogelasiel Bergen geopend wordt, dat de broers met hulp van vrijwilligers tot stand hebben gebracht. Het is Maria Reijnders die het nieuwe asiel opent: „lk ben blij dat de Welbersen er zijn. Nu hebben we een asiel in de buurt als ik er eens mee ophoud. Maar daar denk ik nog niet aan, hoor." Het is puur uit voorzorg dat de 72-jarige Gennepse drie jaar geleden Ger Welbers (43) - die ze kende uit een regionale groep die nestkasten voor kerkuilen beheert - porde om de helpende hand uit te steken bij de opvang en verzorging van gewonde vogels. De Nieuw Bergenaar mag gevoegelijk een buitenmens worden genoemd. Welbers is werkzaam bij de buitendienst van
Een adres aan de Siebengewaldseweg in Nieuw Bergen voor de opvang van gewonde vogels is uitgegroeid tot een erkend vogelasiel. Een modern opvangcentrum in een voormalige noodwoning.
De gemeente, hobby-imker en verder actief voor de IVN-afdeling Maas en Niers en Jong Nederland. En ook broer Jeu (47) zit sinds jaar en dag tussen de vogels. „Als jongetje ben ik begonnen met lachduifjes, tortelduifjes. Later kweekte ik grasparkieten en andere siervogels en daarna watervogels", vertelt Jeu. Rond zijn ouderlijk huis langs de Siebengewaldseweg was en is er voldoende ruimte voor. In en om een paar vijvers tegen de bosrand aan scharrelt een tiental soorten eenden rond, beschermd door schotten van riet. Die moeten voorkomen dat een havik in duikvlucht een watervogel kan verschalken. Passanten zien behalve de rietschotten ook een uithangbord langs de weg met het logo van het vogelasiel. Een blinkend wit gebouw, dat in de naoorlogse jaren dienst deed als noodwoning. Jeu had de binnenhokken en buitenvolieres later voor zijn hobby in gebruik. Sinds 1995 worden die door Ger en Jeu benut voor de opvang van gewonde en zieke vogels. Een stapsgewijze verzorging tot ze gezond zijn en teruggeplaatst kunnen worden in de natuur. Het eerste jaar verzorgden ze circa twintig vogels maar dat aantal is inmiddels opgelopen tot ruim honderd-twintig per jaar. „Veel verkeersslachtoffers, die vaak nog op de been te helpen zijn. Overigens, niet alle vogels die hier gebracht worden, blijven leven. Ondanks verzorging moeten we nogal eens mislukkingen incasseren", vertelt Jeu. Ger voegt eraan toe dat ook vogels opgevangen worden, die niets mankeren. Vogels, die door omstandigheden niet langer bij iemand aan huis gehouden kunnen worden. Met de toename van het aantal verzorgde dieren werd ook de roep groter om het nog provisorische opvangcentrum om te toveren tot een erkend vogelasiel, dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de Vogelbescherming en het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De noodzakelijke verbouwing was voor de Wel-bersen niet zo'n klus als het leek. „We zijn van huis uit bouwvakkers. En verschillende vrijwilligers hebben ons geholpen." Het resultaat is vier kleine en vijf grotere, betegelde binnenhokken en een soort keuken als werkruimte. Van de vijf buitenvolieres hebben er twee een vijver met vlonders. Twee houtduiven en twee Turkse tortels komen er op verhaal. We zijn nog niet helemaal klaar. Centrale verwarming is nog een wens van ons", zegt Jeu. Voorlopig een wens, omdat het financieel wel een hele klus was om de eindjes aan elkaar te knopen. „Zonder arbeidsuren te tellen, kostte het bijna dertigduizend gulden." Vrijwilligers kwamen de twee vogelverzorgers te hulp door een stichting te formeren, die her en der voor financiële steun aanklopte. Het leverde een fors bedrag van de Haagse stichting Moyra Stava op en een partij wandtegels van een Nijmeegse firma. „Maar geen bijdrage van de gemeente en dat deed ons pijn", zegt Jeu. Want zijn broer heeft de ontbrekende gelden uit eigen zak bijgelapt. Zoals de Wel-bersen ook het vogelvoer grotendeels zelf betalen. „We krijgen alleen een vergoeding voor twee weken opvang van vogels, die via de gemeente binnenkomen", zegt Ger. Dankzij sponsors kan het asiel tijdens het open huis morgen van 12.00 tot 16.00 uur buttons en strooivoer uitdelen. De beheerders hopen zelf ook op een presentje. Jeu: „Hulp van vrijwilligers die bijspringen als we beiden door bijvoorbeeld een familiepartijtje niet kunnen."
Bron: Paul Reiniers foto: Ge Hirdes
Het Vogelasiel is opgericht op 1 mei 1997
De opening van het asiel was op de "Dag der Dieren 4 oktober 1998"