Herberg Janssen (Jan d'n Duvel)
(Ontginning-Lackbar/Toen)Herberg Janssen (Jan den Duvel)
Hier heeft ooit een herberg gestaan van Jan Janssen, geboren in Groesbeek op 13 mei 1839. Hij is overleden op 8 februari 1916 in Venlo. Hij was beter bekend als Jan d'n Duvel.
Klik hier voor uitgebreide informatie over Jan d'n Duvel op de website van Archief Well
Dit bordje aan de Ceresweg verwijst nog naar de plek waar Jan den Duvel woonde.
Hij vestigde zich hier in 1885 .Door de afgelegen ligging aan de grens was deze herberg aantrekkelijk voor smokkelaars en stropers. Zijn bijnaam "Jan den Duvel" kreeg hij toen hij door de rechtbank in Roermond ten onrechte werd veroordeeld. Hij was het niet eens met de uitspraak van de rechter en toonde dit door in de rechtszaal alles kort en klein te staan.Volgens een persbericht had de rechter uitgeroepen: " 't lijkt den duvel wel, die hier is los gebroken". Hij kreeg er nog een maand gevangenisstraf bij. Ook in zijn woonplaats had men van deze gebeurtenis gehoord en toen Jan dan na zijn gevangenisstraf van 2 maanden weer thuis kwam, werd hij begroet met de naam : "Jan den Duvel". Hij zei, dat het hem niks kon schelen als ze zijn vrouw dan maar "Den Engel" noemden. Na veel omzwervingen kwam het echtpaar in november 1885 terecht in een oud pand hier bij de Wellse Hut op het adres: Ayen wijk D 171. Daar richtten ze een café en logement in en waren zo niet meer afhankelijk van financiële bijstand van de gemeente.
Bierbrouwer Herman Koppers uit Well was wel genegen om het nodige bier te leveren en toen de dochters van Jan zijn broer Toon ook nog kwamen zingen in het grens- café, was de herberg een trekpleister voor allerlei klanten, marskramers, kooplui, zwervers, jagers en hoe kan het anders, ook stropers en smokkelaars behoorden tot de vaste klanten van het logement.
Men kon nergens in die jaren zo goedkoop overnachten.
Een foto uit 1905. Het logement-bierhuis van Jan de Duvel. In de deur staat Teun: Jans vrouw en de herbergier Jan de Duvel staat achter de stamtafel. Verder van links naar rechts: Herman Kessels en Frans Achten uit Well, Gerrit Hallmann en Henny Looyschilder uit Weeze, Herman Koppers ( bierbrouwer en loco burgemeester) en Jacob Driessen uit Well. Bij de deur hing een bord met het opschrift : Ik woon hier aan den weg....Wat kan ik beter wenschen....Dan zegen van den Heer.... En nering van de menschen.
Het nachtverblijf van het logement bestond uit wat stro op de primitieve zolder waar een krijtstreep de scheiding aangaf : aan de ene kant de mannen en aan de andere kant de vrouwen. En wee als iemand over de schreef ging, dan kregen ze met de waard te doen. Bezoekers brachten weleens een trekharmonica mee om daar de boel op te vrolijken. In de zomer zaten de gasten buiten aan een tafel om daar in de vrije natuur te genieten van het vrolijke samenzijn. Jan vertelde dan van zijn jachtavonturen en smokkeltransacties.Er werd als bijzondere attractie de "Duveldans" uitgevoerd, b.v. als de schutters uit Weeze daar vertier kwamen zoeken. In een grote ijzeren pot werd de duvelsdrank bereid en op de maat van de harmonicamuziek sprong en danste men in het rond. Jan danste met zijn vrouw Teun en zo werd het ritueel van de duvelsdans opgevoerd.
Er wordt gefeest. Vòòr het logement : Jan den Duvel wordt "bedreigd" door brouwer Herman Koppers. Teun op de achtergrond en liggend of zittend andere gasten uit Well en Weeze, die eveneens in het spel betrokken zijn. Einde van Jan den Duvel zijn logement. Toen het klooster "Petersheim" aan de overzijde van de grens ook zwervers en landlopers huisvesting bood, was het gedaan met Jan zijn logement." Die verdammte Kolonie" heeft mijn bedrijf kapot gemaakt, klaagde Jan. In de jaren 1912-1916 liep de klandizie terug er kwamen bijna geen klanten meer. De gemeente, de buurvrouw "Hutse Bet" en vrijwilligers moesten zelfs voor eten zorgen toen Jan ziek werd. Ruim 31 jaren hadden Jan en Teun daar aan de grens gewoond en was Jan den Duvel een bekend figuur geworden in Well en omgeving. Doodziek werd hij door Lei Vink met de kar naar de tramhalte bij Vink gebracht. Met de tram van de Maasbuurt werd hij vervolgens naar het Gasthuis in Venlo vervoerd, waar hij als " Duvel Gods " de laatste sacramenten ontving. Het verdriet om haar overleden Jan steeg Teun naar het hoofd, ze leed onder angstvoorstellingen en wanen. Uiteindelijk werd ze in het St. Anna Gesticht te Venray uit haar lijden verlost en op 27 november 1918 weer verenigd met haar man Jan den Duvel.
Hieronder een compilatie van de geweldige Revue die in 1952 in Aijen over Jan den Duvel werd opgevoerd.