De gezondheidsvoorziening op het platteland in 1954 in Bergen Limburg.

Herinneringen  van een toen 12 jarige boerenzoon.

Op 12-06-1954 is mijn broer Piet geboren. Mijn moeder was net 7 maanden zwanger toen de bevalling inzette.

Ik werd midden in de nacht wakker gemaakt  door mijn vader en moest meteen meekomen zonder lawaai te maken zodat de rest van de familie door kon slapen. Beneden  gekomen moest ik bij het fornuis plaatsnemen met de instructie: het vuur zo goed als mogelijk op pijl te houden zoals hij het toen had en kreeg precies voorgedaan hoe groot ik het hout moest kloven zodat dit het beste lukt zei hij.

Daarna ging hij op de fiets naar vroedvrouw Mevr.Berends. Thuis gekomen gaf hij mij een pluimpje, goed zo Martin volhouden. De fornuisoven lag vol gestapeld met muurstenen welke warm moesten worden. Er naast stond een kist met een lengte van 4 muurstenen en een breedte van 2 muurstenen welke mijn vader in elkaar getimmerd had. De vroedvrouw was inmiddels  gearriveerd.

Op een gegeven moment komt vader, doet alle stenen langs de randen in de kist daar overheen een dekentje of iets dergelijk en komt de vroedvrouw met het kindje dat erin werd gelegd en toegedekt zodat je alleen het gezichtje nog kon zien. Mijn vader was alweer op de fiets onderweg naar de garage/taxihouder annex fietshandelaar Tines Wijers om hen wakker te bonzen en met mijn vader en het kindje in de kist naast hem op de achterbank van de personenauto naar het ziekenhuis in Venlo te brengen. Daar is Piet zijn eerste levensjaar gebleven en leeft nog steeds. Hij was het 10de kind in de familie.

verse moedermelk

Toen alles voorbij was mocht ik ontbijten waarna ik naar het weiland moest om onze 6 of 7 koeien te melken want mijn vader was naar het ziekenhuis.

Elke morgen als wij naar school gingen namen we een flesje afgekolfde moedermelk mee naar de plaatselijke smederij van Theo Giesen aan de Rjksweg. Deze plaatste dan een blauwe lap stof aan een stok tussen spijkers aan een boom dan wist vrachtrijder Dekkers uit Siebengewald dat hij moest stoppen om het flesje bij het ziekenhuis in Venlo af te geven. Die route Siebengewald/Venlo reed hij elke dag. Hij deed dit voor ons een jaar lang helemaal gratis. SUPER.

Mijn moeder had gelukkig veel melk en heeft daar andere vrouwen ook mee geholpen die dat misten.
Zondags  ging mijn moeder met de o.v. bus naar Venlo om haar kindje te zien. Af en toe ging vader mee. Meer zat er financieel niet in.
Telkens kregen ze daar te horen hoe trots de verpleegkundigen waren dat het hun gelukt was hem in leven te houden tot dan toe.

Auteur: Martin Frenken

Zoeken