Skip to main content

Toen en nu header

Reünie St Jozefschool 26-10-2025

Hoe gaat het / hoe was dat vroeger bij jullie / in hoeverre blijven we kinderen van onze tijd ?
We hebben vandaag allerlei vragen aan elkaar en daarom enkele opmerkingen ter inspiratie.

Daar zitten we dan. Draai de klok een kleine 70 jaar terug. Bergen was het centrum, ‘de Rijksweg’ en ‘de Hei’ lagen aan de rand. Dat veranderde totaal toen de bulldozers van de landmacht begin jaren 60 korte metten maakten met de rivierduinen die het dichtste bij lagen. En weg was ons idyllisch gelegen clubhuis van Jong Nederland.

Nieuw Bergen, een nieuw centrum, einde van ons oude dorp. Rigoureus werd haar karakter aangetast. Het beeldbepalende Gemeentehuis en de Tientschuur in 1969 gesloopt, prachtige bomen werden gekapt zoals de monumentale eik tegenover de drogisterij naast Otto Nikkessen. Ik herinner me levendig dat mijn moeder moest huilen toen de enorme boom tegenover het kruis aan de Maasstraat moest wijken in het kader van de ruilverkaveling

Alle voorzieningen die we nodig hadden waren hier in het oude dorp aanwezig en daar is niks meer van over. Gelukkig heeft Bianca de laatste strohalm opgepakt en deze oude school een nieuw leven gegeven. Twee café’s, 2 bakkers, 2 kruideniers (Kusters en Geenen) aan weerszijden van onze woonboerderij hiertegenover waar nu van de Ven woont. We hadden Teng Zeegers de kleermaker, een schoenmaker op het einde van de Oude Kerkstraat, een postkantoor, groenteboer en natuurlijk kapper Smits met Wieps Poels als hulp. In zaal Kamphuis werden bruiloften gevierd, Carnaval, we hadden er onze eerste danslessen en zagen daar de films waarmee het Rode Kruis jaarlijks geld ophaalde. “Sisi de jonge keizerin” met Romy Schneider maakte grote indruk op mij. Alle voorzieningen bij de hand: een smid (van Bon), aannemers- en timmerbedrijf Reintjes en de fietsenmaker kreeg onderdak in een gedeelte van ons huis. Schildersbedrijf Zeegers had aan huis een klein winkeltje waar Trineke ons van potloden en schriften voorzag. Alleen met Sinterklaas verkochten ze speelgoed dat uitgestald werd in wat normaal hun woonkamer was. Voor de garage, de slager en nieuwe voetbalschoenen konden we terecht aan de Rijksweg. Bij Ben Giesen zagen we de eerste koelkasten en televisies.

Begin jaren Vijftig had Bergen geen waterleiding of riolering. Elk jaar pompte Handrie de Köning bij ons elk de gierkelder leeg. De ‘zeik’ werd uitgestrooid met paardenkracht op ‘het veld’, het achterste deel van onze diepe tuin. Die liep tot aan de Groene Kruissingel waar nu 3 eengezinswoningen staan. De kelders stonden vol met weckflessen om de winter door te komen, moeders deden de was met wasbord en handwringer. Wij hadden thuis een Miele met houten waskuip, een Daalderop boiler van 120 liter en een eigen waterpomp maar ik herinner me nog goed dat dat allemaal aangelegd werd. Daarvóór zat ook ik op zaterdag in een zinken teiltje. Flarden van jeugdherinneringen. Wat blijft hangen wat zijn we vergeten? Op een woonheuvel naast Peters (Wierts!) en tegenover Wijnen stond het politiebureau. We bewonderden het kietje waarin ik overigens nooit een boef heb zien vastzitten. De heuvel is afgegraven en maakte plaats een rijtje huizen. De kantonier die in het laatste huis richting Aijen woonde, schepte elke dag de paardenpoep van de straat. Die werd overbodig toen de tractor opkwam. Huibers en Josten waren de eersten met een Hanomag R19 en R 21. Dat was me wat, 20Pk! Mooie rode kleur, ik zie ze zó voor me.

Kijk om je heen hier in het lokaal, in de hoek stond een grote kachel die werd gestookt met turf. Zelfs mijn kinderen, nu rond de veertig, weten nauwelijks wat steenkool is laat staan antraciet (we stookten in onze haarden nootjes 5!). Briketten kennen zij hooguit van de BBQ. Meester van Mil rookte Golden Fiction en nam ons mee in de avonturen van Wipneus en Pim en Arendsoog in het laatste kwartier voordat de school om half vier uitging. Ik kijk naar buiten: hamer, schier of mes: bokspringen. Wanneer is dat spelletje uitgestorven? Buiten zien we drie lindebomen, maar dat zijn niet die wij kennen uit onze schooljaren. Juffrouw Nahuis werd hier de baas na het samengaan van de jongens en de meskes. Ja jongens dat zijn wij jammer genoeg misgelopen! Nahuis liet de bomen kappen (teveel troep) maar gelukkig zijn ze opnieuw aangeplant en behoorlijk gegroeid. Ik kijk achterom naar jaren ‘50 als braafste jongetje van de klas. Stil verliefd op juffrouw Scheurs, leren jas, Solex? Soms mocht ik in de middagpauze haar zelfs helpen! Echt strenge meesters herinner ik me niet maar ik heb dan ook nooit les gehad van meester Frans van Well! Otto Nikkessen stelde hoge eisen, we hadden bijles in Frans na school om op het Thomascollege in Venlo, in Rolduc of bij de paters Passionisten in Mook niet meteen af te hoeven haken. Overigens ging maar 5% ! naar HBS of Gym terwijl dat percentage makkelijk drie keer zoveel had kunnen zijn. Verschillende klasgenoten stopten zelfs na de lagere school en gingen werken! Naar de huishoudschool of LTS was de regulieren weg. Velen waren al blij dat ze naar de Mulo mochten. Daarna meteen geld verdienen in fabriek, kantoor of ziekenhuis, waar ze intern verder geschoold werden *).

Herinneringen. Op het knollenveld achter de werkplaats van Mil aan de Rijksweg probeerde ik die kletsnatte zware leren bal weg te schoppen. Forsere klasgenoten als Cris en Thijs van Mil hadden daar minder moeite mee dan ik maar ik was ook maar een fien menneke zoals mijn moeder zei. Mijn kwaliteiten kwamen beter aan bod bij Jong Nederland, Jeugdraad van Elf (Chris van Mill is nog prins geweest), Carnavalswagens maken (ik was een echte knutselaar).

Dan de kerk, pastoor Peeters, godsdienstlessen, 3 lucifers - één vlam moest de heilige drie eenheid voorstellen. Wij woonden op Schoolstraat D53 en door zijn initiatief was dat ineens Kerkstraat 24. Aan de kerk heeft iedereen zo zijn eigen herinneringen maar in de jaren Vijftig stond de kerk voor iedereen centraal in de weekkalender. Eerste en plechtige communie waren grote feesten waarvoor je nieuw in de kleren werd gestoken. Wij hadden thuis de Katholieke illustratie, geen Panorama of Donald Duck maar die las ik wel bij Sjraar Heijnen en Jan Kamphuis. Na middelbare school ging ik weg uit het dorp. Militaire dienst en verder studeren. Hoeveel zijn hier gebleven? Wie ging weg? Wie is al overleden? Te veel. Van de mensen die ik wat beter kende: Jan Heijnen - Jan Kamphuis - Herman Rutten - Martin van Mil - Koos van Eekeren. Jullie kunnen er nog meer opnoemen. Al die grote gezinnen van toen zijn niet meer compleet. Arie van Mil, ons Jeanne, velen zijn gestorven aan kanker.

Maar goed, we zijn er hier toch mooi bij elkaar, we zijn er nog en kunnen praten over vroeger, de jaren ‘50, sober, maar wat waren we blij met dat ratelende kartonnetje dat met wasknijpers op ons fietsje zat! Vakanties vierde je hooguit bij je oom en tante maar dat veranderde snel door de enorme stijging van de welvaart in de jaren ‘60. De familie Rutten ging samen met bevriende echtparen in de eigen auto naar Bacharach aan de Moezel, wij naar Texel in de Volkswagen Kever, de bungalowtent boven op de imperiaal. Michiel en ik gingen op de fiets, de meisjes met de trein en de kleintjes in de auto. Vader en moeder kwamen zeer laat aan in De Koog want er stond toen al een file voor de pont in Den Helder. In het pikkedonker werden de luchtbedden opgepompt. ”Komt daar dan nooit een eind aan” zeiden de Amsterdammer de volgende ochtend toen ze zagen dat naast hun ineens 9 nieuwe buren stonden.

Langzamerhand kreeg iedereen telefoon maar wel in de koude gang. Pas begin jaren ‘60 kregen wij een eigen TV thuis, en hoefden we niet meer met zijn allen naar het enige toestel in de straat om te kijken naar dappere Dodo, Pipo de Clown en de Verrekijjker.

We hebben veel gewonnen maar wat zijn we verloren. Wij zien ons nog staan voor het houten prikbord tegenover de kerk waar we van alles en nog wat te weten kwamen. En kijkend naar rechts zie ik hoe de boerderij van Heurkens, half kapotgeschoten in de oorlog, erbij lag, Alles gesloopt inclusief die prachtige schuur, een eeuwenoud monument dat plaats moest maken voor wat nieuwbouw en een parkeerterrein. Met de opbrengst financierden de Belgische eigenaren de nieuwe boerderij aan het begin van de Douvenstraat. Maar wie weet dat nog? Honderden verhalen maar met wie kunnen we dit soort herinneringen nog delen? Wij nu nog wel, vandaag met zijn allen. Hopelijk verzamelt Bergen Toen en Nu behalve foto’s ook dit soort verhalen. Veel plezier!

Rien Geurts Den Bosch, 26 oktober 2025

*) Bron: Tussen Groene streep en Rode beek. Ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de Gemeente Bergen werd dit jubileumboek aangeboden door het gemeentebestuur aan de ‘nog levende gepensioneerde ambtenaren’, zoals mijn vader vooraan in het boek schreef op 20 december 1999. “Van de leerlingen die in 1961 de lagere school verlieten ging zeventig procent (het landelijk gemiddelde lag rond de veertig procent) naar het nijverheidsonderwijs. Een kwart ging naar de ulo. Vijf procent volgde voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs. Zes procent stopte met leren” (p.75).

Op 40 leerlingen betekent dit: - - - -
26 naar landbouwschool, huishoudschool of LTS (nu VMBO-kader)
10 naar de MULO (VMBO-T)
2 naar HBS of Gymnasium (nu Havo-VWO)
2 stopten met school.

Ortganisatie reunieOrganisatie: Tej Tebarts, Rien Geurts, Chris van Mil, Rob Veger en Lej Zeegers.

Rien GeurtsFoto van Lies van Bommel en Rein Geurts gemaakt door een kermisfotograaf in oktober 1948 met in de kinderwagen: de schrijver, 1 jaar oud; mijn zus Jeanne is 2 jaar. Er volgenden hierna nog 5 kinderen. Op de achtergrond het Gemeentehuis en de huidige woning van Riet Josten waarin ook een tijdje de kleuterschool zat.

  • Hits: 2391