Skip to main content

Toen en nu header

Asperges – het witte goud

De asperge is al eeuwenlang bekend. Er zijn afbeeldingen gevonden In de piramiden van Egypte. Later is het gewas via Grieken en Romeinen verspreid over Europa. Aanvankelijk werd de asperge gebruikt als kruid om kwalen te genezen. De asperge had namelijk een gunstige uitwerking bij aandoeningen van nieren en blaas. De asperge werd ook gebruikt bij geelzucht en leverkwalen. De aspergeteelt gebeurde destijds in klooster- of kasteeltuinen. Na 1800 werd een begin gemaakt met het telen op grote schaal. Vanaf die tijd was de productie niet meer als een geneeskundig kruid maar als een bijzondere groente. De aspergeteelt is altijd zeer exclusief en arbeidsintensief gebleven. De meeste werkzaamheden gebeuren nog steeds handmatig.

Asperge groeit het best op grondsoorten die erg los van structuur zijn, zodat de stengel er gemakkelijk doorheen kan groeien. Dat maakt het Noord-Limburgse zand uitermate geschikt voor de aspergeteelt. Als de asperge gepoot is, kan er pas na drie jaar worden geoogst. Deze oogst gebeurt tien jaar op hetzelfde perceel, daarna is de plant maar ook de bodem uitgeput. De bedden zijn zo’n 30 cm hoog. De stengel wordt met de hand uitgegraven en op 30 cm afgestoken, waarna het gat weer wordt dichtgemaakt. De oogsttijd loopt tot het feest van Sint Jan, op 24 juni.

Asperges zijn zeer gezond, ze zitten boordevol vitamines zoals vitamine K, C en E, en ze zijn rijk aan antioxidanten. Bovendien zijn ze caloriearm.

Na de oorlog begonnen boeren in de gemeente Bergen met het telen van asperges. Vooral als je aan de Rijksweg of de Siebengewaldseweg woonde, had je hier een aardige boterham aan. De particuliere verkoop van asperges ging toen nog voornamelijk naar Duitse liefhebbers.50A zonder tekst

Asperges steken in Aijen-Suikerberg (1965)

Heukelom N271 van Lin 1994a min

  • Hits: 44