Wie is? .... Jac Kersten
Deze keer in de rubriek 'Wie is Wie' laten wij Jac Kersten aan het woord. De 88-jarige Jac woont met zijn vrouw Toos nog steeds zelfstandig in Bergen en kan terugkijken op een enerverend leven. Als voormalig adjunct-directeur en directeur van de in 2003 gesloopte Mavoschool in Bergen maar ook over zijn periode als CDA-wethouder van deze gemeente (1973-1978), als voorzitter van voormalige woningcorporatie Cosmas en Damianus en verwoed organisator van reizen valt genoeg te vertellen. En dat doet de drager van een koninklijke onderscheiding en ontvanger van het Erdmenneke maar al te graag.
Jac is geboren in Venray als oudste van 8 kinderen. In 1961 kwam hij met zijn vrouw Toos in de Sint Petrusstraat in Bergen wonen. Hoe hij in Bergen verzeild raakte?
Jac vertelt dat hij in zijn militaire diensttijd was gelegerd bij de Gravendienst. "In de jaren '50 werden in heel het land Duitsers opgegraven, vervolgens naar Ysselsteyn gebracht en opnieuw begraven om later geïdentificeerd te worden. Ik ben zo door het hele land geweest. Toen ik ervaren was, werd ik overgeplaatst naar de kazerne in Venlo en reed iedere dag naar het kerkhof in Ysselsteyn om Duitsers te identificeren.
Op enig moment kreeg ik bezoek van de pastoor uit die plaats, die zei een onderwijzer nodig te hebben. Ik zei, ik kan wel maar moet nog 3 maanden dienen. Dat regel ik wel, zei de pastoor en even later kon ik op gesprek bij het bestuur en kwam zo op de basisschool in Ysselsteyn terecht. Daar kreeg ik als broekie meteen de zesde klas. Nog geen half jaar later stopte het hoofd van de school en kon ik die functie overnemen. Maar er stond toen ook een advertentie in de krant waarin Bergen aangaf dat daar een Mulo zou komen. Ik had net de akte wiskunde behaald en werd benoemd in Bergen waar we een nieuwe woning kregen.
In 1961 ben ik samen met Van der Maat met de Mulo begonnen."
Jac en Toos kwamen te wonen in de Sint Petrusstraat. "De straat was nog een zandweg, er was geen riolering, geen waterleiding, d'r was eigenlijk niks. De militairen hebben toen Bergen opgehoogd met zand", herinnert Jac zich nog. "De Mulo is in 1961 begonnen in het jeugdhuis, in De Vennen op de plek waar tegenwoordig Hubo is gevestigd. Daar hadden we 2 lokalen. We begonnen met 50 à 60 leerlingen. Ik deed wiskunde, handelskennis en zelfs muziek! We kenden de leerlingen van haver tot gort.
Daarna zijn we verhuisd naar de noodbouw op het industrieterrein en vervolgens in 1968 naar nieuwbouw in de Van Bergenstraat. De school is langzaam gegroeid tot circa 400 leerlingen. Toen we onder de norm zakten, bleef er niets anders over dan te stoppen/te fuseren. We wilden graag fuseren met Elzendaalcollege in Boxmeer, maar Gennep hield dat tegen. Elzendaalcollege stelde als voorwaarde dat zowel Bergen als Gennep bij Boxmeer zouden aansluiten, maar dat wilde Gennep niet. Die wilde zelf een Havo hebben. Toen zijn we gefuseerd met Stevensbeek. Niet mijn keuze, niet mijn stijl. Ik was toen 56. In de tijd van die fusie kon ik kiezen: ik werd automatisch conrector in Stevensbeek of als ik dat niet wilde kreeg ik wachtgeld. En hele moeilijke keuze want ik ben nooit een dag met tegenzin naar school gegaan. School was alles, de leerlingen waren alles voor mij. Ik wilde niet naar Stevensbeek. Nog wel een jaar 4 Havo gehad. Toen kreeg ik wachtgeld. Veel Bergenaren gingen naar Stevensbeek, was vaak een negatieve keuze. Ik heb het altijd eigenaardig gevonden dat Stevensbeek het gymnasium kreeg toegewezen terwijl op een steenworp afstand alle onderwijsvoorzieningen aanwezig waren. Toen werd hier ook reclame gemaakt voor Stevensbeek, dat ging ten koste van onze school. Achteraf gezien heb ik geen enkele spijt van mijn keuze gehad want ik had al heel snel andere interessante jobs, onder andere als voorzitter van Woningstichting Cosmas en Damianus. Veel problemen daar. Een andere job was het onderbrengen van de lagere scholen in de dorpen onder één noemer. Ik kreeg toen met al die schoolbesturen te maken. Zij konden niet meer zelfstandig bestaan, het was een hele moeilijke klus. Daar was ervaring en mensenkennis voor nodig. Siebengewald is bijvoorbeeld heel anders dan Well. En elke school had haar eigen potjes. Alles moest toen openbaar worden. Hele moeilijke bevalling. Jaar of vijf/zes over gedaan, toen alles onder één bestuur is gekomen."
Op de vraag: Wat valt op aan het leven in Bergen, wat zijn de verschillen?, geeft Jac als antwoord: "Dat is moeilijk te zeggen wat precies de verschillen zijn. Bergen heeft veel import, Siebengewald kent vooral veel dorpsmensen. Dat had Bergen eigenlijk niet zo zeer, Oud Bergen wel. Well was erg moeilijk. Well zette zich heel sterk af tegen Bergen. Want 'Bergen kreeg alles, zij kregen niets'. Dat was natuurlijk helemaal niet zo. Als woningstichting zorgden we er voor dat in Well woningen werden gebouwd, maar er werden erg veel bezwaren ingediend. Wat een ellende en problemen hebben we gehad bij de aankoop van de voormalige landbouwschool. Well heeft wel veel historie, Bergen helemaal niets. Ik ging vroeger op uitnodiging naar de café's wedstrijdfietsen op de hometrainer tegen de klok voor het goede doel. Was toen erg populair. Ik ging graag naar Siebengewald."
Start Actiegroep '70
In 1970 heeft Jac samen met Ben Giesen, Jeu van Dijck, Funs Donné en Cor Cornelissen de actiegroep '70 opgericht. Later kwam daar Math van Mil bij. Deze actiegroep zette zich volgens hem een beetje af tegen de gevestigde orde. "Bergen werd geregeerd door een paar boeren uit Oud Bergen. Die zaten overal in: Boerenleenbank, schoolbestuur, kerkbestuur. Die boeren hadden ook pachtplaatsen, een eigen kerkbank in de kerk. Als je daar op ging zitten, werd je daar vanaf gestuurd. Hadden wij in Venray ook, maar dat was al lang verleden tijd. Maar hier in Oud Bergen bestond dat nog, dan werden we vriendelijk verzocht een andere plaats te zoeken. De jonge boeren verzetten zich als actiegroep tegen de gevestigde orde. Die boeren hadden een status en was achteraf heel pijnlijk voor die mensen want het dorp dreef op die mensen maar de status van die mensen werd langzaam neergehaald. Op de politieke lijsten kwam ik op nummer 1 te staan. Als ondernemers was het heel knap dat zij dat toen aangedurfd hebben. Voor mij was dat niet zo moeilijk."
In die tijd kwam het plan om in Nieuw Bergen een lagere school te stichten. De gevestigde orde in Oud Bergen was daar niet blij mee en probeerde dat op allerlei manieren tevergeefs tegen te werken, de school kwam er. In 1973 werd ik wethouder. Toen speelde met Gennep de afscheiding van Heijen. Heijen is toen van ons afgenomen. Lambregts was toen wethouder uit Heijen. Hij werd wethouder in Gennep, ik ben toen Lambregts als wethouder opgevolgd. Altijd Sociale Zaken gehad. Het was wel een turbulente periode. Bergen was bijna elke dag in het nieuws en bijna nooit positief. Conflicten tussen secretaris en gemeentebestuur, touwtje springende raadsleden, merkwaardige bestemmingswijzigingen die de raad niet kenden en een burgemeester niet helemaal nuchter tijdens de raadsvergadering. Ik heb van die tijd wel veel geleerd. Je werd veel breder. In het onderwijs zit je in een soort fuik. Je werd voorzitter van allerlei commissies en betrokken bij diverse organisaties. Je leerde veel mensen kennen, je kende de gemeente. "
Jac is na 6 jaar als wethouder gestopt toen in 1978 Meijer als nieuwe burgemeester werd aangesteld. "Ik ben toen vrijwillig midden in de periode gestopt in de allerbeste verhoudingen met Meijer. Anders kreeg je twee kapiteins op een schip. Cor Cornelissen is mij toen als wethouder opgevolgd. Dat was veel makkelijker midden in de periode dan aan het eind, dan heb je die verkiezingen en dat gedoe. Dat was zo prettig geregeld. "
Jac kijkt met plezier terug op die periode. Meijer was volgens Jac een voortreffelijke burgemeester. Op 56-jarige leeftijd toen de Mavoschool in Bergen verdween kreeg Jac wachtgeld. Hij werd toen al snel voorzitter bij woningstichting Cosmas en Damianus. Daar waren diverse problemen tussen directeur, bestuur en de bewonersraad. Daar kon de directeur niet mee overweg. "Als voorzitter hebben we op een gegeven moment afscheid genomen van de directeur en ben ik een jaar lang zo’n beetje vervangend directeur geweest."
Daarnaast heeft hij gedurende 20 jaar reizen georganiseerd. Op school ging hij met de examenklas een week weg. Naar Oostenrijk de bergen in. "Daar heb ik de allerbeste herinneringen aan. Toen ik met de school stopte, ben ik samen met chauffeur Ben Custers reizen gaan organiseren. Dat was mijn grote hobby. Door heel Europa gereisd. In Rusland, in Moskou geweest en 14 keer naar Rome. Was niet goedkoop, maar wel goed, eten was goed, hotel was goed. In de Friezenkerk in Rome ook een keer een onderscheiding gekregen. Daar hebben we nog gezongen. We hebben onder degenen die meegingen toen een koortje samengesteld samen met Sjaar Braun en een mis verzorgd. Rome was wel de mooiste reis en natuurlijk ook Moskou en St-Petersburg. Tevens nog zonder Ben enkele verre reizen georganiseerd naar Zuid-Afrika, Indonesië, Celebes en Thailand."
Jac is ook nog een paar keer in Kenia geweest. Jan Laarakker had als hobby samen met missionaris Tjeu Haumann in Kenia daar een school voor handvaardigheid opgericht. Jan zocht hier sponsors voor leerlingen op de school. Jac:"Wij hebben daar een keer een dochter geadopteerd en de studie voor betaald. Jan ging die kostscholen af van leerlingen die hij sponsorde om te kijken naar de resultaten. Toen Jan een keer ziek was, heb ik hem vervangen. Die scholen lagen op het platteland, in de rimboe, met zo'n 600 à 700 leerlingen. Een keer met studenten onder een klapperboom gezeten. Had toen van de Boerenleenbank rekenmachientjes gekregen. Daar zaten al wat meer functies op. Ik heb de leerlingen toen een hele moeilijke opgave gegeven. Zij moesten dat nog oplossen met een tabellenboekje en een rekenliniaal, maar ik was zo klaar. Zij waren stomverbaasd. Heb ze toen dat machientje cadeau gedaan. Als ik die jongens een Mercedes had gegeven waren zij niet zo blij geweest als met deze rekenmachine. Heb daar ook nog wiskundeles gegeven aan een klas van zo'n 60 à 70 leerlingen. En bij wisseling van de lessen liepen zij niet maar renden. Toen ook examens meegenomen naar mijn school, ik gaf toen nog les. Laten zien het verschil tussen leerlingen hier en daar. Daar kreeg je in een of andere stronthut het verzoek 'Please, let me study' en hier in Nederland moest je studeren. Het grote verschil. 'Take me to Europe', dat was het eerste wat zij vroegen. Lesgeven in de rimboe: heel uniek..."
Tegenwoordig is Jac alleen als bridger nog actief. "Hebben me daar nog wel voor het bestuur gevraagd, maar op een gegeven moment moet je stoppen. Genoeg is genoeg. Ben overal uit eigen beweging gestopt, nergens weggejaagd. Ik ken hier veel mensen, ik wil hier niet weg. Ken veel oud leerlingen, regelmatig reünies. Jammer is dat Bergen geen mooie appartementen kent. Met Mat van Mill nog wel bezig geweest met een soort knarrenhofje: appartementen met zorg erbij. Dat mis je hier." Op de vraag, wat zou je als je op je 88 ste burgemeester van Bergen zou worden nog doen ? antwoordt hij: ik denk niet dat dit een goed idee is. Die tijd hebben we gehad. Het liefst zou ik het zwembad terugbrengen, onmogelijk natuurlijk. Ik denk dat Bergen een heel mooie en niet te moeilijke gemeente is voor een burgemeester. Ik ben nog altijd lid van het CDA maar daar houdt het dan ook wel mee op. Ik bezoek nog jaarlijks de bijeenkomst van de lintjesdragers. Met het Erdmenneke was ik erg blij, met de Koninklijke onderscheiding heb ik iets minder. De verschillen vind ik niet juist en heel vaak krijgen mensen die het echt verdienen het lintje niet.
Dankjewel Jac, voor dit fijne gesprek!
Namens Bergen Toen en Nu
Maarten Ruhl en Nellie de Best
- Raadplegingen: 1018