Wie is? .... Netje Lamers
Netje kennen we onder andere als EHBO’er van het Rode Kruis. Bij lokale evenementen was zij een vertrouwd gezicht en vaak het eerste aanspreekpunt bij ongelukjes. Met haar warme lach wist Netje menig patiënt snel gerust te stellen. Maar we kennen Netje – moeder van drie dochters - vooral als hardwerkende kasteleinsvrouw van Café Lamers, ook wel bekend als Quatre Bras. Ze is echt een bezige bij.
Tegenwoordig doet Netje het wat rustiger aan. In het zorgcentrum aan de Lindenlaan geniet ze van haar oude dag, waar ze graag een praatje maakt met bezoekers en medebewoners.
Netje is in 1935 geboren in Wellerlooi. Haar vader fietste dagelijks naar zijn werk op het gemeentehuis in Bergen. Nadat hun huis door brand werd verwoest, verhuisde het gezin Wijnhoven naar Op de Paal in Aijen.
“Na de schooltijd heb ik jarenlang samen met mijn jongste zusje Gineke bij Donné Draad op kantoor gewerkt. Maar dat werk lag mij niet zo; ik heb geen zitkont, ik moet in beweging zijn. Probeer maar eens acht uur op een stoel te zitten! Uiteindelijk ben ik bij het Maashotel gaan werken, tot ik met Gert trouwde.
Toen ik een jaar of 23 was, ging ik met mijn zussen naar het bal bij Zaal Kamphuis. Gert kwam mij halen om te dansen en dat bleef niet bij één keer; hij kwam mij telkens opnieuw halen. Die avond hebben we meteen een afspraakje gemaakt. Eigenlijk had ik hem al een beetje in de gaten gehouden met de kermis, waar we eerst bij Kamphuis dansten. Maar omdat het daar al om 21.00 uur afgelopen was, gingen we daarna naar Lamers. Daar had ik Gert al eens gezien en ik vond hem toen al leuk. De eerste keer dat hij me naar huis bracht, durfde hij niet naar binnen omdat hij mijn moeder nog niet had ontmoet. Toen riep mijn zus: ‘Gert Lamers heeft Netje naar huis gebracht, maar waar is hij gebleven?’
Niet veel later nam Gert mij mee naar zijn huis. Hij zei tegen zijn moeder: ‘Ik breng vanmiddag de meid mee.’ Ze was best een beetje streng maar ik werd meteen goedgekeurd. Op mijn 26e ben ik bij Lamers ingetrouwd. Gert zijn vader en moeder woonden naast ons in de bungalow en wij gingen in de woning bij het café wonen. Daar aan de Siebengewaldseweg kregen we onze drie dochters: Marianne, Petra en Anja. Later is het café uitgebreid met een restaurantgedeelte.”
Het was een komen en gaan van vaste en nieuwe klanten. Van oudsher was het café het clublokaal van de voetbalvereniging en de ouden van dagen kwamen wekelijks een potje biljarten. Op vrijdagavond kwam de biljartclub spelen, daar keek Netje graag naar. Op zaterdagmiddag kwam de kaartclub toepen en rond Kerst werd er om prijzen gespeeld. Meestal was dat wild zoals een haas of een fazant. Er werd dan voor lekkere hapjes gezorgd. Verder was er de schaakclub, werd er gebridged, carnaval gevierd met de boerenbruiloft, feestjes gevierd van buurtvereniging De Vriendschap en verzorgden we de koffietafel bij begrafenissen.
Ook werden er veel vergaderingen gehouden, van bijvoorbeeld de winkeliersvereniging tot bijeenkomsten van de gemeente. Bijna dagelijks stond er wel een reservering op de kalender. In Bergen was er namelijk weinig gelegenheid om te vergaderen. Men kon daarvoor terecht in het restaurant of het zaaltje. De harmonicadeuren werden dan gesloten voor wat privacy.
“In het begin waren wij 7 dagen in de week geopend. Toen Gert aankondigde om op maandag te sluiten, kregen wij veel commentaar. Maar wij hebben ook recht op een vrije dag! Mensen waren het niet gewend want Gert zijn ouders hadden de zaak alleen op eerste kerstdag gesloten.
Bij het café stond een weeghuisje met zo’n houten weegbrug. Boeren kwamen daar hun vee wegen voordat het naar het slachthuis werd gebracht. Gert was vaak druk in het café, dus leerde hij mij het wegen zodat ik dat van hem kon overnemen.
Op een dag vroegen mensen: ‘Netje, kunnen wij hier eten?’ Ik zei dat ik 2 soorten soep en een uitsmijter had. Maar ze wilden warm eten. Ik zei prima, als je van tevoren aankondigt dat je komt eten dan zorg ik ervoor dat er iets lekkers klaarstaat. Zo ontstond er een vast clubje mensen dat dagelijks kwam eten. Niet van de kaart maar eten ‘wat de pot schaft’. Later hadden we 3 keuzemenu’s: halve haan, kotelet en biefstuk. halve haan, kotelet en biefstuk. Van m’n schoonzusje kreeg ik nog een recept voor een heerlijke saus, daar kregen we veel complimentjes over.
Ik maakte ook lekker verse tomatensoep en getrokken bouillon van rund of kip. De kippenboutjes kwamen van poelier Jan Kusters uit Siebengewald en het overige vlees van Jos de Best. Als ik dat vlees bakte, was het zo mals als boter. De mensen waren er gek op.
Later kreeg ik hulp van Harrie in de keuken. Hij was eerst gast in ons café maar kwam mij later helpen met koken. Hij had geen vrouw en kinderen meer en vond het leuk om bij ons te koken en onder de mensen te komen.
Wat ik me nog goed herinner zijn de ree-tellingen van de jagers. Dan moest ik al om 4 uur opstaan want de telling begon bij schemering. Ze startten dan bij ons met koffie en daarna brachten wij verse erwtensoep naar Wim Janssen op de Ceres. Jurgens regelde dat altijd; hij woonde in Zwitserland maar kwam steevast voor de ree-telling naar Bergen. De drijvers zaten dan in de keuken en de ‘hoge heren’ in de woonkamer. Vervolgens vroegen ze nog om een bak bier en een fles jenever.
Wij waren destijds ook zo’n beetje de lokale slijterij. Van achter de tap verkochten we kratjes bier, wijn en jenever. Maar ook sigaren, sigaretten en lootjes van de lotto. Toen Gerrit van Dijck aan het Raadhuisplein een slijterij begon, zijn wij daarmee gestopt.
Alles werd ‘op de lat’ geschreven, wat gewoon een kladblokje was. Als we de naam van de persoon niet wisten, verzonnen we maar iets. Voor de klant met de grote neus schreven we ‘Neus’ op het blokje.
In de kelder werden ook vaak feestjes georganiseerd. Dan kregen ze de sleutel en hadden ze daar beneden de vrijheid. Wij bemoeiden ons er niet mee, behalve als er een nieuw fust aangeslagen moest worden.
Kermissen waren ook altijd leuk. Hier tegenover zette Weijs een feesttent op en kwamen er bekende artiesten zoals BZN en Teach Inn. Dan was het ook spaarkasfeest en kwam Wim Elsenberg de kas lichten. Als je er wekelijks iets in stopt, kun je mooi sparen.
Een leuke anekdote is dat de band Normaal bij Gerrit Heijnekamp in Siebengewald kwam optreden. Vooraf kwamen ze bij ons eten, ze hadden nogal een reputatie. Ik waarschuwde ze: ‘Bij Heijnekamp zijn het hele nette mensen, jullie gedragen je daar en gaan er niet de boel overhoop gooien!’
Moppen tappen deed ik ook vaak. Ik schudde de ene mop na de andere uit mijn mouw. ‘Nu stop ik, de rest bewaar ik voor morgen,’ zei ik, en de volgende dag ging ik weer vrolijk verder.”
Op 31 oktober 1982 stierf Gert op 47-jarige leeftijd plotseling ten gevolge van een hartinfarct. Netje heeft het café/restaurant nog 6 jaar voortgezet voordat ze het etablissement aan Mat Dekker verkocht.
Netje kijkt met veel plezier en warme gevoelens terug op de mooie tijd in het café. Het was hard werken maar vooral heel gezellig.
Netje, dankjewel voor het delen van deze prachtige herinneringen!
Namens Bergen Toen en Nu
Marie-Louise Ponjée
Ingestuurde reactie oud Bergenaar:
Een echt verhaal, zeer interessant, echt ouderwets voor mij ligt het ook nog gevoelig ik kom uit Bergen, ben er geboren in 1935.
Chris Custers Schaijk
- Hits: 312