As ik zo deenk an lang vervloage joare, op de Lackbar wor wej zien geboare"
Het leven van weleer – op de Lackbar, belevenissen van een oud Bergenaar
’s Ochtends rond half zeven werden zij gewekt door een ritmisch geluid dat door heel het huis klonk. Dat kwam van de kachel, dan bewoog moeke het rooster boven de asla snel heen en weer. De kachel werd ’s nachts met een minimum aan kolen brandend gehouden. Daarna moest ze hem opporren en gooide ze de kolen, die de vorige avond door vader in een kolenkit waren klaargezet, op het smeulende vuur. Inmiddels waren de kinders ook beneden. Snel een kattenwasje onder de pomp met koud water. Na het ontbijt stapten de jongens om kwart over zeven op de fiets om een half uur over een zandpad, een rit van vier kilometer naar Bergen te fietsen. Om kwart voor acht begon in de kerk de dagelijkse heilige mis. De kinderen zaten samen met de leerkracht van de jongensschool in de kinderkapel. De mis duurde een half uur en om kwart voor negen begonnen de lessen op school.
Lees verder